Wat elke kerkelijke stroming met anderen
gemeen heeft is het geloof in een hogere macht, en het geloof dat door verering
en 'goed' te leven deze hogere macht te beïnvloeden is voor onze eigen
doeleinden.
Dit lijkt erg veel op wat we als kind
naar onze ouders toe deden. Het Christendom spreekt dan ook veelvuldig over
vader en kinderen. Maar op een gegeven moment verlaten we het ouderlijk huis,
en we gaan op zoek naar onze eigen identiteit, onze eigen waarden en normen. Er
lijkt een parallel met het leegstromen van de kerken en de grote vlucht die het
individuele zoeken, buiten de oude verbanden om, neemt. Spiritualiteit bloeit
als nooit te voren.
Sommige mensen gaan, als ze het
ouderlijk huis verlaten een nieuw verband aan, stichten een gezin. Zo zien we
ook dat er nieuwe 'kerken' worden opgericht, bijv. rond de Cursus in wonderen
of Neale Walsch.
Maar steeds meer mensen blijven alleen,
terwijl ook steeds meer mensen spiritueel het accent leggen op de eigen
individuele beleving. In plaats van nieuwe waarheden van anderen over te nemen,
zoeken zij hun eigen diepste kern.
Om die kern te bereiken moeten alle
sluiers die er voor zitten worden opgeruimd. We moeten niet alleen oude, maar
we moeten alle concepten overboord gooien. Concepten verhinderen ons om de
werkelijkheid te zien.
Zo horen we bijv. niet het
werkelijke geluid van een auto, maar we denken meteen: o, een auto. Draagt
iemand een hoofddoek dan zie we niet meer deze mens, maar een intellectueel
idee: een moslima. En een concept van God, verhindert ons om God te ervaren of
om te ervaren dat er niets anders is dan dat concept.
Ons denken en ons gedrag wordt heel
sterk bepaald door wat we vroeger hebben meegemaakt.
Ook die vormen filters waarmee we de
wereld om ons heen en onszelf ervaren. Willen we werkelijk tot onze kern
doordringen dan moeten we ook dat opruimen. Schoon worden, ons ontdoen van ons
verleden.
Zijn we zover dan wordt ons gedrag niet
meer ingegeven door onze ideeën, concepten, ervaringen uit het verleden, of
verwachtingen van de toekomst. Een
onmiddellijke ervaring van waarheid, die niet in woorden valt te vatten, valt
ons ten deel. We krijgen een diepe verwondering, 'verering' voor het hele
universum en kunnen niet anders dan 'goed' zijn, want alles wat daarvan
afwijkt, versluiert ons diepste weten. Wat de kerk van buitenaf probeerde op te
leggen, wordt nu een zelfervaren waarheid, een niet anders meer willen.
Om los te komen uit vaststaande
concepten en ideeën over onszelf kan het helpen om eens het tegendeel te
beweren van wat je gewend bent. Ben je politiek links, verdedig dan eens
rechtse standpunten. Ben je atheïst, vertel mensen dat God bestaat, erger je je aan sommige mensen, bedenk dan
eens wat het waardevolle van hun gedrag kan zijn.
Bert
Henning, 2002.
I’ve discovered
a great power in pretending to be someone else – and, in fact, I’ve even
recommended the specific exercise of imagining the “opposite version” of
yourself.