home artikelen
psychologie artikelen
spiritualiteit
Hoe
krijgen we meer toegang tot ons onbewuste?
Het
onbewuste en het ego
Freud
maakte een plattegrond van de menselijke psyché. Daarin was een soort
kelder waarin alle ongeoorloofde impulsen en soms ook nare ervaringen werden
weggestopt: het onbewuste. De kelder wordt bewaakt door
een politieagent, die zorgt dat er niets uit de kelder kan ontsnappen en
die handlangers van buiten, die ontsnapping mogelijk zouden kunnen maken buiten
de deur houdt. De naam van deze agent is ego. Je kent waarschijnlijk Freuds’s begrippen:
het onbewuste (Es), daarnaast het ego (Ich), en het geweten (Uberich). Het ego
staat tussen het geweten en het onbewuste in.
Om
zijn taak te kunnen vervullen maakt het ego gebruik van een aantal trucs die
Freud ons ook heeft uitgelegd, hij noemde die trucs afweer-mechanismen.
Ook wel verdedigingsmechanismes genoemd. Voor meer over deze
afweermechanismes klik hier
Die
afweermechanismen lukken niet altijd helemaal, iets van de inhoud van de kelder
kan in flarden naar buiten komen via dromen, vrije
associatie, vergissingen (fehlleistungen) en conversieverschijnselen (bijv.
maagpijn als ons iets 'zwaar op de maag ligt').
Om
meer te ontdekken wat zich in onze kelder, in ons onbewuste, bevindt kunnen we
wellicht deze twee sporen volgen: actiever gebruik
maken van de flarden die uit de kelder ontsnappen en leren
ontdekken welke afweermechanismen wij plegen te hanteren, om ze
daardoor beter te kunnen uitschakelen.
Verderop
in dit artikel volgt meer over de flarden die naar buiten komen uit ons
onbewuste en de afweermechanismen.
Ons
geweten en het ego
Hoe
het ego, er voor zorgt dat wat onbewust is, dat ook blijft, is vooral door
wetshandhaving. Ons ego voert de orders uit die door het ‘Uberich’, zeg maar
ons geweten, worden uitgevaardigd, dit mag wel en dat niet.
Dat verdringing,
het in de kelder houden van niet goedgekeurde neigingen, gevoelens en driften,
tot ziekte en ontsporing kunnen leiden is genoegzaam bekend.
Bijv.: Mensen die niet boos mogen worden kunnen in een vlaag van
'verstandsverbijstering' - de druk van de weggestopte gevoelens is zo groot
geworden, dat zelfs het ego ze niet meer tegen kan houden - tot moorden
komen. Het lijkt ook om deze redenen dus wenselijk om meer kennis te
hebben van wat zich in onze psychische kelder schuilhoudt.
Kunnen
we ons geweten wat losser maken, zodat meer uit de kelder naar boven kan
komen?
Het
geweten
Waarden
en normen: niet bestaande hogere principes die wij aanroepen om
anderen te laten doen wat wij willen of om onszelf te laten doen wat wij niet
willen. (B.H.)
Waarden
en normen lijken soms objectieve grootheden die een bestaansgrond lijken te
hebben buiten onszelf om. Een norm als: gij zult niet doden, accepteren
wij als iets dat iedereen wel zal delen. Maar in oorlogstijd worden er
medailles voor uitgereikt. En als koppensneller bewees je je volwassenheid
ermee.
Achter
het hanteren van waarden en normen gaat m.i. heel vaak gewoon een egoïstisch
motief schuil, waar wij meer kracht aan geven. Door bijvoorbeeld niet te
zeggen: 'ík wil', maar door het te benoemen als 'Hét hoort'.
De
uitspraak: 'Mensen horen zich aan hun afspraken te houden' geeft meer
'geldigheid' aan onze wens dan: 'Ik ben teleurgesteld dat je zo laat kwam'.
Wanneer
we minder vanuit absolute normen en regels leven, worden we toegevender voor
spontane gevoelens en ingevingen. Daarmee zetten we ook de deur naar het
onbewuste iets meer open.
De
flarden. Het onbewuste laat zich kennen.
Zoals
eerder omschreven krijgt het ego het niet voor elkaar om alles wat zich in het
onbewuste bevindt volledig onzichtbaar te houden. Stukjes van de inhoud laten
zich kennen door a) dromen b) vrije associatie, c) vergissingen en d)
conversie.
Dromen
Wat niet kan of mag worden geweten komt soms
vermomd in onze dromen naar voren. Die vermomming laat zich nog wel eens
doorprikken.
Wat
helpt bijv. is om je droom, als je die nog weet, aan iemand, of voor jezelf hardop,
te vertellen in de tegenwoordige tijd: dus: ik loop in een bos, plotseling is
daar een tijger enz. Het op die manier zo goed mogelijk herbeleven van de droom
kan je soms al veel opleveren aan betekenis en verheldering.
Vraag
je zelf ook af wat je stemming was in de droom. Voelde je je bang, opgewekt,
avontuurlijk etc.
Een
tweede stap is om alles wat zich van enige betekenis in jouw droom heeft
voorgedaan als een stukje van je zelf te zien en opnieuw daarover een 'ik
verhaal' te vertellen: ik ben een tijger, ik loop door een bos, en ineens zie
ik een man lopen. Hij lijkt bang voor me en daar baal ik van...
Als
je wilt, kun je dit nog verder uitdiepen door de verschillende onderdelen van
de droom met elkaar te laten praten. Bijv. de tijger: 'hé, Jan, waarom ben je
bang voor me? Ik wil je iets gaan vertellen, maar als je wegloopt, voel ik me
alleen maar door jou afgewezen...'
Jan:
'ik ben bang dat je me zult opeten.' (Hetgeen zou kunnen betekenen dat Jan bang
is overweldigd te worden als hij naar het agressieve stuk in zichzelf (de
tijger) echt zou luisteren.)
Je
kunt deze zelfde techniek gebruiken met voorwerpen om je heen: Ik ben een
tafel, ik sta rustig en stabiel en mensen kunnen van alles op mij kwijt. Het
kan je meer zicht geven op je eigen gevoelens en levenshouding.
Vrije
associatie
Vrije
associatie is het proces waarbij je van de ene gedachte op de andere komt. Als
je een beetje afstand kunt nemen tot je eigen denken, een observator wordt van
wat je hersenen je voortoveren, is die ketting van gedachtesprongen goed te
volgen.
Dit
is wat in feite centraal staat in een goede psychoanalyse. Maar je kunt
het ook prima voor jezelf doen. Stel je hebt ruzie met iemand, zie die ander
persoon dan in gedachten voor je, en kijk 'wat er boven komt'. Misschien een
beeld, bijv. dat je die ander in elkaar slaat, of juist dat je jezelf verstopt.
Laat het gebeuren, volg het. Misschien terwijl je die ander in elkaar slaat,
krijgt die ineens het gezicht van iemand anders, die vroeger iets soortgelijks
met je heeft uitgehaald. Of je doodt je 'vijand' en voelt je intens verdrietig
door het verlies van hem of haar. Dat zou je op het spoor kunnen brengen van:
ik wil hem of haar niet kwijt; misschien een veel dieper gevoel dan ik ben boos
op hem/haar.
Vergissingen
Freud
zag vergissingen meestal in taaluitingen; in woord en geschrift. Het onbewuste
laat ons iets anders zeggen dan we bewust bedoelen. Een bekend voorbeeld is dat
van het jongetje dat van zijn moeder te horen krijgt: Denk er om dat straks als
tante Amalia komt je niets over haar dikke neus zegt. Als het jongentje later
voor zijn tante thee inschenkt vraagt hij aan zijn tante: 'Tante, wilt U suiker
in uw neus?' Boeiender vind ik zelf de 'vergissingen' zoals die in gedrag naar
voren komen, een telefoonnummer vergeten van iemand die je eigenlijk niet wilt
bellen, de weg niet kunnen vinden als je een afspraak hebt waar je helemaal
niet wilt zijn. Een stap verder, maar dan zitten we eigenlijk al in het
esoterische, is: elke gebeurtenis opvatten als iets dat betekenis heeft: Iemand
die ik bel is in gesprek: Wil ik hem wel bellen? Heb ik mijn motief duidelijk?
Is mijn motief eerlijk?
Conversie-
Letterlijk
betekent de term: omzetting. In dit geval het omzetten van psychische spanningen
in lichamelijke verschijnselen. Freud keek naar extreme voorbeelden: toen
iemands arm verlamd was, bleek dat te genezen toen duidelijk was dat er angst
voor masturbatie onder zat. Dichter bij huis kennen we allemaal de ervaring dat
als we ergens naar toe lopen waar we tegenop zien, ons lichaam traag wordt,
verlangen we naar de plek waar we willen zijn dan 'vliegen' we erheen.
Volgens
de 'orenmafia', bijv. Louise Hay, is elke ziekte psychisch. Laten we er
wat vanaf doen en zeggen dat ziektes vaak ook een psychische component hebben.
Je kunt die component op het spoor komen door te gaan praten met je ziekte:
waarom ben je er, wat doe je vóór me?
Alles
wat we denken en voelen heeft invloed op ons lichaam. Kijk maar eens wat er met
je lichaam gebeurt als je boos bent, of een seksuele fantasie maakt. Alle
belangrijke dingen die we ooit gevoeld hebben zitten zelfs nog steeds in ons
lijf. Zodoende kunnen we ons lichaam prima gebruiken om te ontdekken wat we
eigenlijk voelen, of wat ons nog van vroeger dwars zit. De therapievorm
'focusing' maakt van deze ingang gebruik:
Oefening:
wat voel je
Richt
je aandacht op je lichaam, tast het af van kruin tot voetzolen en kijk of er
een plek in je lijf is waar je aandacht blijft hangen. Concentreer je een minuut
op dit lichamelijke gevoel. Beschrijf voor jezelf hoe het lijfelijk voelt.
Drukt het, steekt het, is het constant of varieert het, is het duidelijk
omlijnd of is er een uitstraling e.d. Laat daarna een beschrijving van een
psychologisch gevoel bij je boven komen, en controleer of dit psychologische
gevoel klopt met het lichamelijke gevoel.
Een
voorbeeld: stel dat het je maag is dat de meeste aandacht vraagt. Richt je
aandacht dan op dat gevoel in je maag. Probeer te beschrijven wat je daar
voelt: bijv.: een drukkend gevoel, alsof iemand met een vuist op mijn maag
drukt. Er zit weinig verandering in. Het maakt me een beetje misselijk. Het
psychologisch gevoel kan zijn: ik voel me in bedwang gehouden, of ik voel me
klem gezet, of misschien: ik kan wel kotsen. Als de woordkeus goed is, je het
psychologische gevoel juist hebt omschreven, verandert er wat in het lijfelijke
gevoel in je maag.
bron: Gendlin:
Focussen. Haarlem, De Toorts, 1981
Reactieformatie
Het
zijn de manieren van het ego om onbewuste impulsen te beletten om door te
dringen tot ons bewustzijn.
Bijvoorbeeld: Reactie
formatie: het omgekeerde van wat moet worden verdrongen, wordt overdreven.
Soms wordt het bewust gebruikt. Ik geef een tweetal voorbeelden van bewust
gebruik omdat het het mechanisme inzichtelijk kan maken.
Bijv. Demostenus, de man die een spraakgebrek had en zichzelf dwong om een
groot redenaar te worden. Of een rolstoeler die een overwinning op
zichzelf behaalt door aan de vierdaagse mee te doen.
Onbewust
kan bijv. zijn de milieufreak, die zijn behoefte om alles te bevuilen, aan
alles schijt te hebben, met het tegendeel bestrijdt.
Een
goede eye-opener voor je zelf kan zijn: zit er meer emotionele lading
in wat ik zeg of doe, dan de situatie vraagt. Iemand die
beweert: we moeten stellig oog hebben voor het milieu, ook onze kinderen moeten
op een schone aarde kunnen leven, geeft een verstandige visie ten beste. Iemand
die zegt: 'die klootzakken bij Shell, hoe durven ze', is waarschijnlijk bezig
met zijn eigen persoonlijke, onverwerkte, emoties uit zijn kindertijd. [bijv.
heel erg veel afkeuring gehad toen hij op 2 of 3 jarige leeftijd met zijn eigen
uitwerpselen wilde spelen; hij identificeert zich nu met zijn ouders
(streng Uberich) en bevestigt de norm van zijn ouders: bevuilen mag niet.
Om daarmee zijn kinds behoefte, eens lekker te gaan smeren met poep, naar de verste
uithoek van de onbewustzijnskelder te verdrijven]. Een voorbeeld dat
wat dichter bij huis ligt is de vrouw die tegen haar man zegt: jij luistert ook
nooit. In het 'nooit' zien we de overdrijving, hetgeen zou kunnen duiden op een
tekort aan aandacht in de kindertijd. Niet de vroegere pijn wordt gevoeld over
het gedrag van de ouders, die wordt weggehouden, maar alleen de boosheid nu,
naar haar man, wordt ervaren.
Ontkenning
en projectie
Naast
'overdrijven van het tegendeel', kennen we als ego-truc, afweermechanisme:
ontkenning:
Ik bén helemaal niet bóós!!! Dat is dan een ontkenning van eigen gevoel, maar
je kunt uiteraard ook dingen in de buitenwereld ontkennen omdat ze niet
overeenkomen met wat jij zelf voor waar houdt: bijv. het ontkennen van het bestaan
van paranormale verschijnselen. Zo zijn er nog een heel stel
verdedigingsmechanismen te onderscheiden, waarvan projectie
misschien
wel de bekendste is. Eigenschappen, gedrag, gevoelens die je bij jezelf
ontkent, zie je heel sterk bij anderen aanwezig. Of zoals kinderen het
benoemen: wat je zegt ben je zelf.
Ik
heb iemand eens de volgende vuistregel horen noemen: als je boos bent
op iemand is dat omdat hij iets doet dat jij ook doet, maar van jezelf niet
ziet, of omdat de ander iets doet dat jij ook wel zou willen doen,
maar niet durft.
Algemene
regel
Om
niet iedere keer als zich iets voordoet, uit te hoeven zoeken
welk afweer-mechanisme op dat moment precies aan het werk is, is het
handig om een algemene regel te hebben, iets waaronder
alle afweer-mechanismes vallen. En die regel is naar mijn idee: te. Iedere
keer als je met meer of juist met minder emoties reageert dan andere
mensen doen is er sprake van dingen in het onbewuste die hun partijtje
meeblazen. Je kunt ook zeggen is er sprake van 'oud zeer', pijn of boosheid
die je in het verleden hebt opgelopen en die toen onvoldoende ruimte kregen
c.q. verwerkt zijn. Een overdreven reactie in het hier en nu is dus een prima
ingang om te ontdekken welke gebeurtenissen er in het verleden waren die een
soortgelijk gevoel opriepen.
Dat
'te' geldt natuurlijk ook voor gedrag: te hard werken kan een overdekking zijn
van de pijn: ik mag er eigenlijk niet zijn. Te lui kan betekenen: angst om als
je iets aanpakt het fout te doen, dus pijn over kritiek in een ver verleden.
Verschil
psychologie en esoterie
Hierboven ging het over: anders dan het gemiddelde reageren als ingang voor oud
zeer. Dat is de houding van de psychologie: emoties in proportie met de
omstandigheden is o.k. Als je niet 'gemiddeld' reageert, te lang verdrietig, te
snel boos bent, is het handig om in therapie te gaan. De psychologie wil best
wel wat sleutelen aan het ego, maar het moet wel intact blijven. De
esoterie, de mystiek daarentegen zegt dat het ego in zijn geheel het
afweermechanisme is tegen bovenbewustzijn.
©: Bert
Henning. 2001
Voor
hoe je in contact komt met het bovenbewustzijn, je hogere weten, zie hoger bewustzijn
home artikelen
psychologie artikelen spiritualiteit